donderdag 23 december 2010

And we wish you...

Nog maar een dikke week en dan zit dit jaar er weer op.
2010. Het was een mooi jaar. Een jaar waarin ik ben afgestudeerd, een baan heb gevonden, bij mijn vriendje ben ingetrokken en onder andere dit blog ben gestart. Met een beetje bibberende benen welteverstaan, maar uiteindelijk vooral ook met heel veel plezier. Want, wat een ideeën opent zo'n blog! Ineens zie je overal om je heen verhalen ontstaan die gewoon schreeuwen om opgeschreven te worden. Wat het volgende jaar gaat brengen weet ik niet, maar ik weet wel dat ik voorlopig hier door blijf gaan, al was het alleen maar omdat ik nog minstens 5 concept berichten opgeslagen heb staan.

Verder wil ik bij deze ook iedereen bedanken voor de lieve en leuke reacties die ik de afgelopen weken heb gehad. Hoewel het me daar in eerste instantie niet om te doen was, is het toch altijd leuk om te horen dat mijn verhalen hier ook enigszins leuk en/of interessant om te lezen zijn. Ik zou dus zeggen...keep them coming, dan zorg ik ervoor dat ook in 2011 dit meisje nog lang geen genoeg heeft! ;)

Maar voordat het zover is, ga ik eerst lekker kerst vieren en met oud en nieuw een paar dagen naar Londen. Met de vele pints of cider die ik daar ga drinken zullen er vast weer genoeg verhalen klaar liggen voor het nieuwe jaar.

Ik zeg cheers me dears. Hele fijne feestdagen en dat 2011 maar heel veel mooie dromen, wensen en avonturen mag voortbrengen!

Liefs,
Meisje Nooit Genoeg

woensdag 22 december 2010

Voor altijd blijven spelen

"Speel je spel maar meisje
Want als je straks groot bent
dan ben je om te spelen vaak te moe
speel jij je spel maar meisje
voordat je groot moet wezen
grote moede mensen komen niet aan spelen toe"

Bovenstaand begin van een gedichtje is bijna 26 jaar geleden door mijn moeder opgeschreven in mijn baby-fotoalbum. Van wie het gedicht oorspronkelijk is weet ik niet, maar wel dat het een gedicht is dat mij raakt, vooral door de boodschap die erin zit. Want wanneer houd je eigenlijk op met spelen? Of beter: waarom houden we naarmate we ouder worden steeds vaker op met spelen?

Als ik de verhalen over mij als kind moet geloven, was ik een meisje dat nooit stil kon zitten en het liefst al zingend en dansend door het leven ging. Net twee jaar oud, wilde ik niets liever dan op de grote schoenen van mijn vader de wereld buiten het tuinhekje ontdekken of stond ik met een microfoon in de huiskamer uit volle borst kinderen voor kinderen liedjes mee te zingen. Ook later op de basisschool was de verlegenheid bij mij ver te zoeken en stond ik vrijwel altijd vooraan de rij te trappelen als er weer eens een liedje, dansje of toneelstukje moest worden gedaan. Zonder gêne las ik alleen een zelfgeschreven verhaal voor tijdens een afgeladen kerst uitvoering van blokfluit en bleef ik zelfs na 5 afwijzingsbrieven stug doorschrijven naar dat gooise kinderkoor omdat ik ervan overtuigd was dat ook ik daar een plekje in verdiende. 
Vrolijk, spontaan en onderzoekend zo denk ik dat ik in die tijd het best omschreven kon worden. En natuurlijk, ook toen was mijn serieuze, piekerende en soms onzekere kan te zien, maar in mijn geheugen was het vooral de onbekommerde speelsheid die de boventoon voerde.


Inmiddels, twee decennia later, vraag ik me soms wel eens af waar die kant van mij gebleven is. Niet dat ik nu als een schuchtere en teruggetrokken troela door het leven gaan, maar het meisje van toen zit wel wat dieper weggestopt. Naarmate ik in de pubertijd terecht kwam is over de vrije blijheid een laagje gêne gekomen. Een laagje gedachten die, vaker dan dat ik het wil, de plaats inneemt van mijn eerste intuïtie en me daardoor vaker aan het denken zet voordat ik iets doe. Spontaan een liedje zingen voor een groep is er niet meer bij en hoewel ik stiekem ergens nog steeds die oude droom koester om te schitteren op het podium, wint de verlegenheid het van mijn lef. Ik bloos meer dan vroeger en sta meer stil bij de vraag of ik iets wel goed kan in plaats van dat ik gewoon doe wat ik leuk vind.

Ik troost mij echter met de gedachte dat ik niet de enige ben die met de jaren minder vrij en open is geworden. Hoe ouder je wordt, hoe rationeler je wordt en hoe minder je toegeeft aan het speelse kind in je. We houden meer rekening met anderen en wat anderen wel niet van ons denken. Meningen zijn snel gevormd en uiteindelijk willen we allemaal aardig gevonden worden, in plaats van vreemd en raar. Terwijl vreemd en raar soms juist zo fijn en bevrijdend kan zijn! Ik kan me niet voorstellen dat er iemand is die niet eens open en bloot huppelend over straat zou willen gaan. Of gewoon midden op straat een dansje maken, een lied te zingen uit volle borst. Mijn beste vriendin en ik hebben al eens serieus gefantaseerd over een speelparadijs voor volwassenen, waar iedereen naar hartenlust kan apekooien, springen op springkussens of een skippybalwedstrijd kan houden. We leven naarmate we ouder worden veel te vlak, veel te nadenkend en vergeten daarbij vaak hoe lekker het kan zijn om eens ongegeneerd hard te schreeuwen of helemaal los te gaan op je favoriete nummer, ondanks dat je misschien helemaal niet kan zingen en dansen. Ondanks wat mensen van je denken. Ondanks je geremdheid. Nee, gewoon..alles loslaten!


Gelukkig merk ik tegelijkertijd ook dat ik langzaam over de grootste 'schaam-fase' heen begin te komen. Nu ik bijna aan de 'verkeerde kant' van de twintig kom (ja, nog steeds piepjong, ik weet het!), merk ik dat ik langzaam klaar ben met dat dikke omhulsel dat om dat speelse meisje heen ligt. Ik merk dat ik in groepen langzaam meer mezelf durf te laten horen en dat ik vooral de dingen blijf doen die ik echt leuk vind. Op musical-cursus bijvoorbeeld of eindelijk een keer op zangles. Heerlijk vind ik het! Na iedere avond kom ik weer stuiterend en vol van energie thuis. Vrolijk, blij. En dat ik dan misschien geen muscialster ben of een stem heb als Wende Snijders, maakt me inmiddels niet zoveel meer uit. Ik heb er plezier in en haal er energie uit. Dat is wat telt.

Wie speelt blijft jong en degene dat gek vindt zou zelf hoognodig weer eens een stevig potje moeten spelen. Zing, vecht, huil, bidt, lach, werk en bewonder uit volle borst! Je zult merken dat je ervan opknapt. Zou de wereld er bovendien niet een stukje mooier en vrolijker uitzien als iedereen zich eens wat meer liet gaan zonder daarbij over een ander te oordelen? Dat het als normaal wordt gezien om mee te zingen met de leuke muziek van de straatmuzikant of als eerst de dansvloer op te springen tijdens een feestje. Hoe fijn zou dat zijn?

Misschien is het een onbereikbaar streven, maar wie niet droomt zal nooit een droom in vervulling zien gaan. Ook ik ben de schaamte nog niet helemaal voorbij, maar dat is niet erg. Ik ben erachter dat de blozende wangen op zijn tijd ook dingen zijn die bij mij horen en onlosmakelijk met het spelende meisje verbonden zijn. Het is wie ik ben en wat mij maakt zoals ik ben. Het grote en kleine meisje gaan samen hand in hand. En zolang de blos en de schaamte het niet van de vrijheid en de speelsheid winnen, blijft de vrije ik in mij levend. Want iedereen kan blijven spelen, hoe oud of jong je ook bent. Als je maar wilt.

"Speel jij je spel maar meisje
nu en je hele leven
ook als je straks volwassen bent, en van het spelen moe
beloof me dat je nooit je speelsheid op zult geven,
en als je spelen wilt,kom ik altijd naar je toe
want ik speel mijn spel mijn kind,
ook al ben ik nu volwassen
ik voel me net zo jong als jij ,
samen spelen we ons spel
'wie is kind en wie volwassen'
en hoewel ik echt volwassen ben,
is het kind in mij nog vrij."

maandag 20 december 2010

Prinsesje-nu-meteen

Ik dacht...nu ik toch aan het rijmen ben:
Bij deze een 'ode' aan het 'prinsesje' voor wie ik mij afgelopen weekend in het zweet heb gewit, aangezien ze mijn kamer niet met gekleurde muren wilde accepteren. Hoewel ik tijdens het schilderen verschillende wraak scenario's door mijn hoofd heb laten gaan, heb ik er uiteindelijk voor gekozen om er gewoon boven te staan en mijn zoete wraak op een creatieve manier te uiten. Niets beter dan frustratie omzetten in inspiratie!

-----------------------------------------

Prinsesje-nu-meteen

Er was eens een verwaand prinsesje
Carolina was haar naam
En alles wat zij wilde
moest meteen worden gedaan

Ik wil geen spruitjes eten
riep de hoogpotige prinses
Ik wil pannenkoek en friet
en wel stipt om kwart voor zes

En die kleurtjes op de muren
Die staan me ook niet aan
Ik wil alles strak en wit
En de vloer die moet eraan

Ik wil uren heel heet douchen
en nooit schoonmaken achteraf
Ik heb geen handjes om te wapperen
voor nare klusjes heb ik mijn staf

Zij mogen poetsen, boenen, schrobben
totdat alles glimt en blinkt
En aan de slag met takenlijstjes
die door mij worden gevinkt

Alles in huis moet spik en span
Ik duld geen tegenspraak
En o wee als je iets niet doet
Dan neem ik zoete wraak

Ik teken geen contracten meer
of verlink je bij mijn pa
Want wie niet werken wilt moet voelen
En ik trek alle foutjes na

Pas als alles naar mijn wens is
tot in het kleinste accessoir
Dan pas, en niet eerder, zal ik rusten
en is prinsesje-nu-meteen pas klaar


A little poetry of love

Bij het opruimen kwam ik ineens een paar gedichtjes tegen die ik anderhalf jaar geleden geschreven heb voor een bruiloft. Geen love poems a la Shakespeare of Dickenson , maar toch mooi om ze zo rond deze tijd van het jaar - waarin geluk en liefde toch een grote rol blijft spelen - hier neer te zetten. Wie krijgt er immers ooit genoeg van de liefde?

---------------------------------------------------------------------

'Dromen bestaan, zegt de liefde
Zodra je mij vindt, dan weet je genoeg
Ook bij het ontwaken droom je dan verder
Want samen met mij begint de dag nooit te vroeg'

'Het begint met één blik,
één kus, één seconde.
En dan de gedachte
ik heb jou gevonden.
Met jou wil ik verder
de oneindigheid in.
Niets houdt mij tegen
dit is het begin.'

'Als dromen mochten kiezen
dan trouwden ze met de liefde
Al het mooie werd dan echt
en nog mooier dan het verliefde
Voorbestemd werd waargebeurd
en wensen kwamen tot leven
Het einde kwam nooit in het zicht
Even voor altijd, altijd voor even'

woensdag 15 december 2010

So long, farewell, auf wiedersehen, goodbye...

Afscheid nemen.
Hoewel ik inmiddels al een dikke maand achter de rug heb om aan het idee te wennen en ondertussen ook al vrijwel helemaal in mijn nieuwe woonplaats gesetteld ben, komt dan toch ineens het gevoel van...dit is het dan. Ik ga weg.


Nog geen twee uur geleden stond de huisbaas bij mij voor de deur voor de vooroplevering van mijn kamer. 'Je hebt hier ook een aardige tijd gewoond', zei hij. En ik besefte..inderdaad. Hoewel het niet zo voelt en de afgelopen jaren voorbij zijn gevlogen, heb ik al met al toch vijf-en-een-half jaar in deze kamer doorgebracht. Vijf-en-een-half jaar op deze kamer en bijna zes jaar in Nijmegen. Dat is bijna het langst waar ik ooit heb doorgebracht! Natuurlijk is tijd relatief, maar toch... Jaren van hard studeren, een nieuwe stad leren kennen, een kroeg tot je stamkroeg dopen, tussendoor reizen, en weer terugkomen. Ik heb het hier allemaal gedaan. Maar deze keer is anders. Nu kom ik namelijk niet meer terug..

Het is een week van 'laatste dingen'. Voor de laatste keer naar musical, voor de laatste keer naar de vergadering bij De Lindenberg, voor de laatste keer mijn Nijmeegse adres ergens opschrijven. Maar ook simpele dingen, zoals: voor de laatste keer naar mijn vaste supermarkt en voor de laatste keer rennen langs de Waal. Het klinkt misschien een beetje sentimenteel, maar het zijn toch dingen waar je nu ineens bij stil gaat staan. Niet dat ik straks nooit meer in Nijmegen zal komen. Maar omdat het anders zal zijn. Niet meer als inwoner, maar als bezoeker of 'toerist'.


Zittend tussen alle dozen hier, kan ik me nog precies herinneren hoe ik voor het eerst mijn kamer instapte. Daar waar ik daarvoor nog tijdelijk in een oud pand bewoond door muizen zat, mocht ik nu plotseling op de valreep komen kijken bij een toch wel erg luxe studentenkamer. Twintig vierkante meter, een eigen keukentje en rest van de faciliteiten om te delen met maar één huisgenoot. En dan heb ik het nog niet eens over de ligging in het centrum tussen station en Kronenburgerpark. Het was dan ook niet vreemd dat ik op slag verliefd op deze kamer was en heel hard riep 'JA, ik wil!'. (De kamer dan hè, niet de huisgenoot!)
Des te zuurder vind ik het dan ook, dat het meisje dat mijn kamer nu gaat overnemen, een aantal weken terug tijdens de bezichtiging als eerste de opmerking had: 'Eh...laat je de kleuren op die muren zo?' Ok, ik kan begrijpen dat niet iedereen blij wordt van een paars met rood en groene kamer (ik werd er juist altijd erg rustig van), maar om zo'n eerste reactie te geven op een prachtig paleisje waar heel veel zielige studenten een moord voor zouden doen!? Helaas is de keuze niet aan mij  om te bepalen wie er nu op dit stekkie komt te wonen, maar ik weet wel dat ik er alles aan ga doen om extra portie verf-werk aan mijn neus voorbij te laten gaan. Phoe, de arrogantie! Beetje respect ja voor de plek waar ik zoveel heb meegemaakt!

Maar om niet teveel af te dwalen bij waar dit stukje in eerste instantie over ging. Afscheid nemen. Het is niet altijd leuk, maar het hoort erbij. Bovendien hoeft afscheid niet altijd definitief te zijn en zet het vaak ook weer deuren open naar nieuwe dingen. Afscheid nemen is in die zin dubbel. Hoewel ik bepaalde dingen hier zeker ga missen, kan ik tegelijkertijd niet ontkennen dat ik ook wel weer veel zin heb in een nieuw avontuur. Wie weet wat er nog komt en waar ik nog ga belanden. Voor nu zeg ik in ieder geval gedag en pak ik mijn laatste doos in mijn hoofd in met alle mooie herinneringen die ik hier vandaan meeneem.

dinsdag 7 december 2010

Ik beken...ik ben Xenos fan

Samenwonen brengt veel leuke dingen met zich mee: Je hoeft niet meer constant met elkaar af te spreken, er is altijd iemand thuis om je dagelijkse beslommeringen aan kwijt te kunnen, je hoeft niet meer alleen met het bord op schoot een éénpersoonsmaaltijd naar binnen te schuiven...En zo kan ik nog wel een paar dingen opnoemen.
Het allerleukste van dit hele gebeuren vind ik tot nu toe echter nog wel dat ook het huisje opnieuw ingericht mag worden. Want als er één ding is waar meisjes van houden, dan is het wel frutsels kopen voor in huis. Tenminste, dit meisje dan. En waar dit meisje helemaal blij van wordt, is van frutsels kopen bij - hou je vast - de Xenos!

Ik zal er dan ook geen doekjes om winden, maar meteen uit de kast komen: ik ben een ontzettende fan van Xenos. Hoe het komt weet ik niet, maar wat ik wel weet is dat in deze winkel zelfs de aardappelschilmesjes een onweerstaanbare uitwerking op mij hebben. Ook wanneer ik absoluut niks nodig heb, schreeuwt alles in deze winkel om gekocht te worden. Van kaarsenstandaard tot toiletbril, het is allemaal even leuk, fleurig en bovendien spotgoedkoop (je bent en blijft een Nederlander hè). Tel daar nog eens alle lekkere pesto,- en pastadingetjes bij op en je hebt alle ingrediënten om mij al likkenbaardend door die winkel te laten gaan.

Maar mijn liefde gaat verder dan het kopen van tegelstickers en gekleurde mesjes met glitters. Ik ben namelijk niet alleen een outcoming fan van de Xenos. Nee, ik ben ook nog eens - ik durf het bijna niet toe te geven - de enige echte oprichter van de officiële Xenos-hyves. Erg actief als beheerder ben ik niet, maar ik kan toch maar mooi zeggen dat ik inmiddels 474 leden bij elkaar heb weten te krijgen. Ben ik toch niet de enige gek die de winkel niet voorbij kan lopen voordat ik er eerst dat überkitcherige, maar o zo schattige kerststalletje heb gescoord en die met trots in mijn Xenos plastic tasje naar buiten kan dragen.

Hoeveel Xenos-artikelen mijn 'uitzet' inmiddels telt zou ik niet durven zeggen. Wel dat het nieuwe huisje hier inmiddels ook niet aan mijn Xenos-tic heeft weten te ontsnappen. Met fleurige tegelstickers in de keuken, een fris delfts blauw gordijn in de douche en een mini kerststalletje onder de boom, heb ik mijn Xenos-honger al aardig kunnen stillen. Doet me denken...ik kan nog wel een paars aardappelschilmesje gebruiken!



  

maandag 6 december 2010

Van frustratie naar 'aha-erlebnis'

Ik denk dat iedereen dit gevoel wel kent: Je hoort een nummer op de radio, je herkent het, maar....hoe heette het ook alweer? Of van welke artiest was het ook alweer?

Ongeveer een jaar geleden had ik precies dit gevoel. Ik was de hele dag jurycoördinator geweest bij de voorronde van Kunstbende in Utrecht en toen na een lange dag eindelijk de prijsuitreiking in zich kwam, werd de zaal goed opgezweept met allerlei soorten muziek. Waaronder dat éne nummer! Ik had het al eens eerder gehoord en ook toen al vond ik het helemaal te gek. Hoog tijd om het op mijn ipod te zetten dus. Ware het niet dat ik echt totaal geen idee had welke naam of artiest aan dit leuke liedje verbonden was.
'Ja', zullen jullie nu wel denken, 'zo moeilijk is dat toch niet? Even wat googelen en je hebt het'. Helemaal waar, maar dat gaat helaas niet op wanneer het een puur instrumentaal nummer betreft. Daar waar je normaal gesproken gewoon wat steekwoorden intypt van woorden die je uit het liedje hebt onthouden, had ik - los van wat muziekinstrumenten - totaal geen referentiekader of enige houvast qua tekst om mee aan het googelen te slaan. Kortom...de grote frustratie was geboren.


Ja, want ik denk ook dat iedereen dat gevoel wel kent. Dat je wilt weten hoe iets zit, maar dat je er niet op of achter kan komen. Je voelt dat de oplossing of het 'oja-gevoel' dichtbij is, maar terwijl je steeds harder en harder zoekt en graaft, lijkt de oplossing zich steeds verder weg te verstoppen.
Ook ik heb zo een hele avond al you-tubend (is dit inmiddels een geoorloofd werkwoord?) achter de computer doorgebracht. Het enige dat ik wist, was dat het een uptempo balkan-achtig nummer was met in het begin wat hoempa-instrumenten en daarna ook iets van trompetten en strijkers. Ta-ta-ta hoem-pa-pa hoem-pa-pa hoem-pa-pa hoem-pa-pa hoem-pa-pa hoem-pa-pa ta-ta-ta-ta-tada. Kunt u het nog volgen? Nou, ik was het na die avond helemaal kwijt. Van alles heb ik voorbij zien komen, maar dat ene nummer? Niks daarvan. Opgelost, verdwenen. Compleet onvindbaar.

Dagen, weken gingen voorbij. En ondanks dat het deuntje soms zomaar weer ineens in mijn hoofd wist te verschijnen, was het me inmiddels wel gelukt om de mislukte zoektocht wat meer naar de achtergrond te laten verdwijnen. Tenminste, tót afgelopen vrijdag...Toen stond ik namelijk in een uitverkochte Tivoli te wachten tot Shantel zijn opwachting zou maken. Een paar maanden eerder was ik met zijn muziek in aanraking gekomen en blij verrast door deze balkan feestmelodieën, wilde ik een feestje van zijn hand dan ook niet missen. Met nummers als Disko Partizani en Planet Paprika kan je avond gewoon niet stuk!
En zo stond ik daar die avond. Klaar voor een goed feestje en klaar om met de voetjes van de vloer te gaan. Het zal jullie dan ook niet verbazen, dat ik compleet flabbergasted was toen ik daar met de intro ineens 'mijn' nummer hoorde! Natuurlijk had ik al eerder met de zoekterm 'Shantel' naar dit nummer gezocht, maar toen kwam er niets naar boven. En nu bleek het ineens toch wel van hem te zijn! Toch? Of niet?
Het blijkt dat wanneer je een artiest (met bijbehorende band) weet, het ineens een heel stuk makkelijker zoeken wordt. Thuis na het concert, was het inmiddels beruchte nummer na tien minuten gevonden. En na nog tien extra zoek-minuten, kwam ik zelfs terecht bij de originele versie, zoals ik hem een jaar eerder al had gehoord. Het nummer is namelijk niet van Shantel, maar van Mahala Raï Banda en is getiteld 'Mahalageasca'. Niet zo gek dus dat ik dat niet meteen kon vinden. Maar ook niet zo gek dat ik het herkende (en jullie waarschijnlijk ook), aangezien het een nummer is, dat is gebruikt in de soundtrack van de film Borat.

Maar van wie het nummer ook is en welke ingewikkelde titel het ook heeft. Ik was erg blij dat het mysterie nu eindelijk opgelost was en ik weer met een gerust hart kon gaan slapen. En om jullie dit vanavond ook te laten doen - ik kan de nieuwsgierigheid door het beeldscherm van jullie gezichtjes lezen - en jullie tevens een beetje vrolijkheid op de maandagochtend te brengen, kondig ik bij deze aan: Mahala Raï Banda vs Shantel met Mahalageasca!

maandag 29 november 2010

Zeg nooit nooit

Het moge de meeste mensen inmiddels wel duidelijk zijn. Nog maar drie weekjes en dan verhuis ik van studentenstad Nijmegen weer terug naar mijn 'middelbareschooldorp' Veenendaal.
Jawel, u hoort het goed: Veenendaal. Dat dorp waarvan, als mensen mij twee jaar geleden zouden hebben gezegd dat ik daarnaar zou terug verhuizen, ik ze heel zou hebben uitgelachen. Wie, ik? Terug naar Veenendaal? Ik dacht het niet! Toch niet dit meisje, dat van kinds af aan al droomde over leven in de grote stad (het liefst een grachtenpand in Amsterdam ;)), veel verre reizen maken en een 'groots en meeslepend' leven? Het meisje dat altijd op zoek is naar nieuwe uitdagingen, nieuwe avonturen en nieuwe oorden?
Ik kan me nog goed herinneren dat ik net terug was van een jaar Australië en om mij heen ineens jonge stelletjes zag settelen in hun geboortedorp. Jonge mensen zoals ik, die samen gingen wonen in Veenendaal! Hoe burgerlijk wil je het hebben?! Geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht om ooit die kant weer op te gaan! Alleen het idee al..Brrr!


Tja, en nu zit ik hier dan toch. Tussen de ingepakte dozen die spoedig hun plekje zullen vinden in een gezamenlijk huisje in Veenendaal. Alle haren op mijn hoofd ten spijt, kan ik dan ook niets anders dan toegeven dat ook ik zo'n stelletje ben geworden. En het allerergste is nog wel - niet verder vertellen! - dat ik er stiekem eigenlijk heel erg veel zin in heb!
Toegegeven, ik heb me even over een drempel heen moeten zetten. Maar naarmate de praktische (en financiële) kanten steeds zichtbaarder werden en ik langzaam aan het idee begon te wennen, begon ik er steeds meer de positieve kanten van in te zien. Zo erg zelfs, dat ik nu zelfs bijna überenthousiast te noemen ben! En tegelijk met dat enthousiasme komen ook de eerder zo vervloekte 'burgerlijke' trekjes in mij naar boven. Naast dat ik het heerlijk vind om gezellig in ons nieuwe huisje te rommelen, was ik als een kind zo blij toen ik me afgelopen weekend te buiten mocht gaan aan allerlei fröbels om ons paleisje op te fleuren. Van tegelstickers tot theedoeken en dan heb ik het nog niet eens over de kneuterige kerststal die ik echt niet kon laten staan voor onder de kerstboom straks. Ik heb dan ook zo'n gevoel dat vriendjelief inmiddels het zinnetje 'Oh, wat is het toch gezellig' niet meer kan horen (arm jong!).

Maar hoe komt dat toch? Waarom heb ik ineens zo zin om in Veenendaal te gaan wonen? Ben ik mijn avontuurlust kwijt, slaat de saaiheid toe, of begin ik gewoon langzaam de leeftijd te bereiken dat burgerlijkheid onvermijdbaar is? Als ik er goed over nadenk, is het eigenlijk geen van allen. Want om nou te zeggen dat ik straks ga stilzitten. Ik heb me aangemeld als nieuw lid bij de recreatielopers, ga een avond 'proefspelen' bij een toneelvereniging en hoop meneertje nooit genoeg er nog steeds van te kunnen overtuigen dat een cursus salsales echt heel erg leuk kan zijn! Het lijkt er dan ook op dat ik het avontuur dit keer op een andere manier zoek. Niet door weg te gaan of een verre reis te plannen, maar door dichtbij huis nieuwe kansen en uitdagingen te zoeken. Want, uiteindelijk is dat denk ik toch waar het om draait: dat je zelf het avontuur in je eigen leven zoekt en er zelf wat van maakt. En of dat nou in een wereldstad als New York is of in een boerendorp als Veenendaal. Je bent zo burgerlijk en saai als je het zelf maakt. Want ik mag dan straks terugverhuizen naar een dorp 'terug', voor mijn gevoel ga ik er alleen maar op vooruit en liggen er ontelbare nieuwe dingen en uitdagingen op mij te wachten.
Dus...mocht je jezelf ooit betrappen op de gedachte 'Dat nooit!'. Trek die gedachte dan snel weer in en luister naar de moraal van dit verhaal: Zeg nooit nooit.

woensdag 24 november 2010

Oh kom er eens kijken, wie er in dat huisje woont...


Nog maar twee jaar geleden reed Sint door een Veenendaalse laan,
En zag daar op nummer 83 een eenpersoonsbedje staan.

Een bedje voor één en meer spullen voor één,
Sint dacht: in dat huisje woont vast iemand alleen.

Het knusse bedje werd echter al heel snel vervangen,
Ook werden meubels verschoven en zelfs kasten behangen.

Zowel Sint als de buren begonnen iets te vermoeden,
Zou het een meisje zijn dat dit jongetje zo beïnvloedde?

Beetje bij beetje veranderde het huisje steeds meer,
Zelfs in de tuin ging het jongetje nu tekeer!

Maar hoe gezellig het ook werd, het huisje bleef klein,
Niet echt handig als je graag samen wilt zijn.

Het meisje kwam en het meisje ging,
Gesleep en gesjouw werden een wekelijks ding.

Van Nijmegen naar Veenendaal en terug andersom,
De twee tortelduifjes draaiden er hun hand niet voor om.

Maanden en maanden gingen voorbij,
Het meisje was vrolijk en het jongetje blij.

Toch begon langzaam de gedachte te komen,
Dat het toch wel fijn zou zijn om samen te wonen.

Nooit meer reizen, niet meer leven uit tassen,
Maar samen in één huisje waar beide levens in passen.

Het idee werd een plan en de zoektocht gestart,
Vol van verwachting klopte hun hart.

Maar alleen met verlangen kom je er niet,
En zo lag er tot op heden nog niks in het verschiet.

Druk werd gezocht, maar niets werd gevonden,
Totdat een plotselinge verandering in een nieuw plan uitmondde.

Wat te klein had geleken bleek nu best een goed plan,
Wie had ooit gedacht dat op 30m2 nog best wel watkan?

Inmiddels is de geplande verhuizing zo goed als een feit,
Spullen worden gepakt, maar nu voor altijd.

Meubels worden verschoven en kastjes behangen,
Het begint zowaar te lijken op het paleisje waar jullie naar verlangen!

Beetje bij beetje wordt het huisje steeds meer samen,
Met een paar nieuwe spullen en plantjes voor de ramen.

Nog maar een paar weken en dan is de dag daar,
Nooit een eenpersoonsbed meer, maar altijd slapen naast elkaar.

En ook al is het wat krap en misschien te klein voor z’n twee,
Wie het kleine niet eert, is ook met het grote niet tevree.

Dus als Sint straks weer rijdt op de daken door diezelfde laan,
Dan denkt hij met een glimlach: dat hebben ze toch maar mooi gedaan.

De Sint


dinsdag 16 november 2010

Een beetje jeugdsentiment, een beetje inspiratie

Veel mensen hebben ze. Voorbeelden. Mensen, personen, iconen waar ze tegenop kijken, die ze vereren of waar ze inspiratie vandaan halen. Ook ik heb zo mijn 'idolen'. En nee, dat zijn geen posters van Brad Pitt of mijn ergens nog verstopte plakboek (ja, ik beken) van Leonardo DiCaprio. Maar meer 'helden' van vroeger. Helden waar ik goede herinneringen aan heb en waarvan ik als stiekeme droom heb dat ik ooit een klein beetje van hun talent in mijzelf mag terugvinden.

In een eerder blog verwees ik al naar Annie M.G. Schmidt. Tja, wat moet ik daar nog over zeggen. Wie kent haar boeken niet? Pluk van de Petteflet, Floddertje, de spin Sebastiaan ('het is niet goed met hem gegaan').
Hoe leuk en geweldig ik Annie echter ook vind, een misschien nog wel grotere held van mij is toch wel Herman van Veen. Alleen als ik zijn stem al hoor krijg ik kippenvel. Een groot deel van die fascinatie is ontstaan door de muziekfabel van Alfred Jodocus Kwak die hij in 1987 samen met het Residentieorkest in Antwerpen op de planken heeft gezet. Hoewel ik de show - helaas - nooit live heb gezien, heb ik de videoopnamen vroeger versleten. Zo simpel en tegelijkertijd zo goed en doeltreffend gemaakt. Zelfs nu, meer dan twintig jaar later, is de show nog steeds geweldig om te zien en ik was dan ook meer dan blij toen bleek dat je deze uitvoering nu ook op dvd kon bestellen. Helaas zijn er verder geen fragmenten van deze show te vinden. De nieuwsgierigen onder ons zullen het dus moeten doen met een stukje audio van het fragment met de bijen ('zoem zoem zoem, wat ben jij een lekkere bloem').




'Wij bijen met ons bijtjes
In zwermen en in rijtjes
Wij zuigen honing uit een kelk
Het is zo zoet, zo zacht,
Zo goed voor jou...voor iedereen'




Nog een held waar ik als kind (en stiekem nu nog) geen genoeg van kon krijgen was Harry Jekkers met zijn Klein Orkest. De meesten kennen de liedjes 'Over de Muur' of 'Koos Werkeloos' wel, maar waar ik vooral op doel is de kinderplaat 'Met een roltrap naar de maan' die zij in 1985 maakten. Met vrolijke liedjes als 'De dromedaris' en 'Raar is leuk' tot het wrede lied 'Spin' en de prachtige 'Ballade van de dood', is dit een plaat dat naar mijn mening ieder kind van nu verplicht zou moeten luisteren. Geweldige teksten en goede muziek. Daar kunnen K3's en Justin Bieber's van nu nog wel een puntje aan zuigen.



Gelukkig is het niet alleen maar kommer en kwel wat de 'jeugd van tegenwoordig' voorgeschoteld krijgt. Naast alle bagger die tegenwoordig van het beeldscherm spat of uit de radio knalt, zitten er ook nu nog zeker echte pareltjes tussen waar wellicht de volgende generatie over 15 jaar over spreekt als ze het hebben over hun helden of inspiratiebronnen. Zo zag ik deze week nog een prachtige kindervoorstelling voor leerlingen van groep 3-4 genaamd 'Mevr. Ophelia'. Niks geen speciale effecten of ingewikkelde decors. Nee, gewoon puur en simpel, maar daardoor juist superknap en prachtig gedaan. En hoewel er een hoop moet gebeuren wil iemand mijn voorbeelden van vroeger nog overtreffen: het lijkt me mooi om na al dat jeugdsentiment dit stukje af te sluiten met een beetje inspiratie van nu. Dat er nog maar veel inspirerende voorbeelden mogen volgen!

zondag 7 november 2010

NS en de eeuwig vallende blaadjes

Afgelopen week kreeg ik het volgende bericht in mijn inbox:

Geachte mevrouw Nooit Genoeg,
Nederland heeft momenteel te maken met onstuimig herfstweer.
ProRail en NS houden voor de komende dagen dan ook rekening met gladde sporen.
Alhoewel wij er alles aan doen om dit te voorkomen, kan het helaas leiden tot vertragingen. 
In het bijzonder op het traject Breukelen - Utrecht Centraal - Rhenen geldt op
maandag 8 november een gewijzigde dienstregeling met minder treinen per uur.

Wij raden u aan vlak vóór vertrek de NS Reisplanner op ns.nl te raadplegen
voor een actueel reisadvies.

Excuses voor het eventuele ongemak.

Met vriendelijke groet,

Erik Beenen
Directeur Consumentenmarkt



Ja, lieve mensen, het is weer zover. De eerste blaadjes liggen nog niet goed en wel op de grond of de NS heeft alweer last van gladde sporen, slippende remmen en vierkante wielen. Je kunt er de klok op gelijk zetten dat op het moment dat de wintertijd weer ingaat, we er niet alleen op achteruitgaan qua daglicht, maar ook wat betreft ov-mobiliteit. En het gekke is dat - hoewel we er toch ieder jaar vrijwel zeker van uit kunnen gaan dat na de zomer de herfst met zijn vallende blaadjes weer voor de deur staat - het steeds weer een terugkerend probleem blijkt te zijn. Als frequent treinreiziger vraag ik me dan ook oprecht af: hoe kan dit?!

Als ik me niet vergis is het nog maar een paar weken geleden dat de NS groots aankondigde om alles uit de kast te trekken om goed voorbereid voor de dag te komen tijdens eventueel 'extreme' winterse omstandigheden zoals wij ons allen van vorig jaar nog wel kunnen herinneren. Met zeker een week ontregelde dienstregeling (als er al een trein reed), veel klachten en een woedende reizigersorganisatie, was het voor de NS een winter from hell en was het op zich niet echt verrassend dat ze het dit keer anders wilden aanpakken. Zo gezegd, zo gedaan. Op een doodgewone, niets aan de hand zondag in oktober werd er druk geoefend met...ja, met wat eigenlijk? Er was die dag weinig sneeuw te bekennen namelijk.

Maar goed, waar het hier om gaat zijn de blaadjes. Die eeuwig vallende blaadjes. De blaadjes die, in tegenstelling tot sneeuw, zeker ieder jaar weer terugkeren. Strenge herfst, of zachte herfst. Vallende blaadjes trekken zich hier niets van aan. Mijn vraag luidt dan ook: Als de NS zich met één oefendag goed kan voorbereiden op een strenge winter (ik ben benieuwd..), waarom kan dit dan niet met de herfst? Als de NS nu al per mail kan plannen dat er komende week minder treinen rijden, waarom plannen ze dan niet hier iets aan doen vóórdat de blaadjes beginnen los te laten? Ben ik nu zo raar, of is dit de omgekeerde wereld? Met minder treinen op het traject zullen de sporen echt niet minder glad worden lijkt me zo. In plaats van dat er eens een flinke bezem overheen gehaald wordt. Ik weet niet of het zo werkt, maar ook in het buitenland blijven de blaadjes niet fris en groen aan de bomen hangen en daar rijden de treinen wel gewoon door. Misschien een kleine tip aan de NS om daar eens na te vragen wat hun 'geheim' is. Je maakt mij niet wijs namelijk dat er echt niets aan gedaan kan worden. Als we met een raket naar de maan kunnen, dan moeten die miniscule herfstblaadjes ook overwonnen kunnen worden. Toch?

Maar misschien heb ik het verkeerd. Er zijn onderhand al honderden discussies, klachten en columns aan dit onderwerp gewijd, maar daarmee is het 'mysterie van de vallende blaadjes' nog steeds niet opgelost. Zou het een staatsgeheim zijn, of een middel van de FBI om ons dwars te zitten? Worden we met z'n allen voor de gek gehouden? Wat het ook is, het begint dit onderhand een discussie zonder eind te worden. Misschien moeten we ons dus gewoon maar neerleggen bij het feit dat vierkante wielen net zo onlosmakelijk met de herfst verbonden zijn als regen, wind en kou. Niks geen complot of andere spannende theorieëm, maar gewoon een jaarlijks terugkerend ritueel, wat ingaat op het moment de dat klok een uur weer een uur wordt verzet. Kunnen we dat extra uurtje mooi gebruiken om de opgelopen schade door vertragingen weer in te halen. Lang leve de herfst!


vrijdag 5 november 2010

Aan alle linkse hobbyisten

‘Heeft u ook hobby’s?’
‘Ja hoor, genoeg. Ik zit op musical, ga graag naar festivals, volg een zangcursus, en heb een leuke baan binnen de cultuureducatie.’
‘Ah, ik zie het al. Een echte linkse hobbyist dus.’
‘Eh…nou zo zou ik het niet willen stel...’
‘Niks mee te maken. Wij gaan niet in zee met onnodige subsidietrekkers. U zoekt maar iets wat er in de huidige maatschappij echt toe doet’




De boodschap van het nieuwe kabinet is duidelijk. Cultuur is een luxe, geen noodzaak. En als het even kan wordt er zoveel mogelijk op deze ‘softe sector’ bezuinigd. We zijn het pretpakket van de maatschappij. Dat was vroeger op school al en zo is het nu nog steeds. Wie als marketing manager of advocaat werkt heeft het gemaakt, wie in de cultuursector werkt knutselt lekker wat bij.

Allemaal leuk en aardig. Maar weet het kabinet eigenlijk wel waar ze op bezuinigt? Weten ze überhaupt wel wat kunst en cultuur inhoudt en op hoeveel vlakken het meer dan van groot belang is? Kunst en cultuur is meer dan het maken van een schilderij, het bezoeken van een theater of het zien van een dansvoorstelling. Het is iets dat van kleins af aan een onderdeel is van ieders leven. Wie is er bijvoorbeeld niet opgegroeid met Sesamstraat? Of wat dacht je van de zonnebloemen van Van Gogh? Dat is toch onlosmakelijk verbonden met onze Nederlandse cultuur! Hierop bezuinigen zou net zoiets zijn als het wegnemen van een deel van je opvoeding en van je (Nederlandse) identiteit.

Ja maar, hoor ik de mensen uit de rechterhoek al zeggen, hoe je het ook wendt of keert; het zijn op dit moment economisch moeilijke tijden en er moet hoe dan ook bezuinigd worden. Helemaal waar, maar waarom zoveel op één plek? Natuurlijk begrijp ik dat veel andere sectoren ook van erg groot belang zijn. Sterker nog, ik zal de laatste zijn die beweert dat er drastisch gekort moet worden in de zorg of op onderwijs. Maar onderschat de noodzaak van kunst en cultuur niet (en de gevolgen die het schrappen ervan met zich meebrengt)!

Waar je ook kijkt, het is overal om ons heen. Iedereen gaat wel eens naar de bioscoop, leest een boek, bezoekt een dierentuin of lacht bij een cabaretvoorstelling. Je denkt er vaak niet bij na, maar kunst en cultuur zijn meer in ons leven verweven dan we denken. Het kijken van je favoriete tv programma, het kunstwerk op het dorpsplein, het vieren van het sinterklaasfeest. Het hoort er allemaal bij. Of wat dacht je van het doodgewoon luisteren naar de favoriete radioprogramma? Juist, kunst en cultuur!

En ja, misschien ben ik als ‘kunst en cultuur-junkie’ wat bevooroordeeld in deze situatie. Niemand wil natuurlijk dat op zijn of haar hachje bezuinigd wordt. En ja, ik zie ook dat er zeker op bepaalde punten gekort kan en misschien wel moet worden. Ik zie genoeg initiatieven om me heen waarvan ik denk: nou, is dat nou echt dat pak geld waard? Het probleem ligt dan ook niet zozeer in het feit dat er bezuinigd wordt, maar wel in de manier waarop. Het is niet kritisch kijken en weloverwogen beslissingen maken. Nee, het is gewoon met de botte bijl erin en omhakken die boel. Hoppakee, weg met alles wat ook maar enigszins in de buurt van die twee besmettelijke woorden komt. Kunst moet dood. En liever nog gisteren dan vandaag.

Daarom bij deze een oproep. Een oproep om kunst en cultuur te koesteren voor wat ze is en wat ze ons brengt. Want,naast het feit dat verschillende onderzoeken aantonen dat kunst en cultuur op heel veel manieren een positieve invloed heeft op onze ontwikkeling, economie en gezondheid, zijn het ook deze dingen die het leven net dat beetje glans geven, juist in moeilijkere tijden als deze. Het is dan ook niet voor niets dat een groot deel van Nederland schreeuwt om kunst en cultuur. Dus lieve linkse hobbyisten (die we uiteindelijk toch allemaal een beetje zijn), kom uit de kast, teken de petitie en laat dit kabinet ons niet zeggen dat we niet meer zingend en dansend door het leven mogen gaan.


maandag 1 november 2010

Vergeten groentehh..graanproduct!

Vergeten groenten. Wie kent ze niet? De pastinaak, postelein, raapstelen, schorseneren. Daar waar we tot voor kort inderdaad 'vergeten' waren dat deze groenten überhaupt nog verbouwd werden, zijn ze nu hipper dan ooit en worden we ermee om de oren geslagen. Artikelen in tijdschriften, speciale aandacht in kookprogramma's (een winnend restaurant in het tv-programma 'Mijn tent is top' heeft zelfs zijn naam - De Pastinaeck - naar een vegeten groente genoemd), de 'vergeten-groentemix' van Hak, en natuurlijk de wekelijks afhaalbare 'groentezak' van de bioboer, waarbij je met je abonnement iedere week mag genieten van een verrassingspakket met allerhande knollen en bollen.


Natuurlijk is het hartstikke goed dat er aandacht is voor al deze vergeten vitaminebommen. We raken tegenwoordig immers steeds meer verwijderd van ons eten en grijpen uit gewoonte week in week uit steeds weer dezelfde producten uit de schappen. Hoog tijd voor verandering dus! Maar...als er vergeten groenten zijn, dan zullen er vast nog wel meer producten zijn waarvan het bestaan op onverklaarbare wijze uit ons geheugen is gegrift. Zo kom ik bij mijn bijna dagelijkse rondje door de supermarkt regelmatig producten tegen waarvan ik denk: wie koopt dat eigenlijk nog? Zijn er echt nog mensen die smac eten? Hoeveel mensen kopen wekelijks rijstepap? En op welk boodschappenlijstje kom je tegenwoordig nog zure zult tegen? Misschien is het naïviteit van mij en zijn bovenstaande producten bij andere mensen uitermate populair (en dat helemaal prima - smaken verschillen), maar ik denk echt dat sommige producten in de supermarkt rustig een jaar staan te verstoffen voordat iemand ze eindelijk eens opmerkt en koopt.

Voor bepaalde producten is het naar mijn mening niet eens zo heel erg dat ze in de vergetelheid raken. Ik denk dat je maar weinig mensen echt blij maakt met een stukje hoofdkaas of een portie balkenbrij. Voor andere producten is het echter erg jammer dat maar zo weinig mensen ze gebruiken. Waarom zou je bijvoorbeeld vasthouden aan je wekelijkse pasta bolognese, terwijl je ook kan kiezen voor risotto, gnocchi of...tarly! Jaja, nu hoor ik jullie al denken..tarwattes? Tarly. Een graanproduct van Honig (sorry voor de sluikreclame, maar volgens mij is dit de enige fabrikant die het produceert), dat ook bij mij ver weggezakt was in mijn eetgeheugen. Voor degenen die het echt nog nooit gegeten hebben, tja, hoe omschrijf je het? Het is geen rijst, geen pasta, geen risotto, maar net iets ertussen in. Ik kan me nog goed herinneren dat het voor het eerst werd geïntroduceerd en dat ik het ook zeker erg lekker vond. Echter, op de een of andere manier is dit product in de donkere kamers van mijn gekookte hersencellen verdwenen en daar stilletjes blijven zitten om er afgelopen week zomaar ineens weer uit te springen. En wat een verrassing! Wat dit was gewoon hartstikke lekker! En daar waar ik eerst nog bang was dat het misschien niet eens meer te verkrijgen was, blijkt dat je met één zoekterm op google vele andere tarly-fans tegenkomt met een uitgebreid scala aan overheerlijke recepten. Nog een voordeel is dat het bomvol zit met goede koolhydraten, wat met een halve marathon voor de deur goed van pas kwam. Geen traditionele pastamaaltijd dus deze keer, maar tarly op italiaanse wijze.


Kortom, ik ben om! Niet alleen wat betreft tarly, maar ook wat betreft andere ' meer 'eenzame' en 'zielige' producten. Pak eens een aubergine, in plaats van een paprika. Of beleg je sandwich met rode biet in plaats van sla. Een rondje langs 'vergeten' of 'buitenlandse' schappen in de supermarkt kan ook helpen. Het maakt niet uit dat de producten die je pakt voor anderen misschien doodnormaal zijn, als het voor jou maar iets nieuws is of oude (eet)herinneringen naar boven haalt. Naast dat het leuk is om eens te variëren en dingen uit te proberen, zul je zien dat ook je 'eetgeheugen' steeds beter wordt. Zodat je nooit meer wat hoeft te vergeten :)

--------------------------------------

RECEPT: TARLY OP ITALIAANSE WIJZE

Benodigdheden (voor ong. 3 personen):
  • 1pak tarly
  • 1 blik tomatenblokjes
  • 1 aubergine
  • half potje zwarte olijven
  • 200 gram gerookte zalm (voor vega versie vervang de zalm door een gele paprika en bak deze tegelijkertijd met de aubergine)
  • italiaanse kruiden
  • zout en peper
Bereidingswijze:
  • Snij de aubergine in blokjes en bak deze in een pan met olie tot ze bruin worden
  • Gooi het blik tomatenblokjes bij de aubergine, breng op smaak met zout, peper en de italiaanse kruiden en laat lekker pruttelen.
  • Kook intussen de tarly gaar in 12 minuten
  • Voeg de laatste vijf minuten de olijfjes en de zalm toe aan de aubergine-tomaten-saus.
  • Giet de tarly af en serveer met de saus.

zaterdag 30 oktober 2010

Ode aan de man met borsthaar


Als er iets is aan de man waar ik van hou, dan zijn het wel zijn borstharen. Al voordat vriendje in beeld kwam, was bovenstaande spreuk van Loesje één van mijn favorieten. Niet in de laatste plaats, omdat het verschijnsel 'haar' ook bij de man steeds zeldzamer lijkt te worden. Want, wat is dat toch met de man van tegenwoordig? Of wellicht met de vrouw? Waarom lijkt het ineens dé trend te zijn om je van top tot teen zo kaal en glad mogelijk te scheren?

Kaal is in. En dan niet zozeer op je hoofd, alswel op alle andere lichaamsdelen die ook maar enigszins iets van haargroei vertonen. Natuurlijk kennen we dit al langer bij vrouwen. Ook ik geef toe dat ik niet graag met bossen haar onder mijn oksels en op andere plekken rondloop. Maar mannen die hun borsthaar afscheren en zelfs down under geen gezellig plukje laten staan? Wie heeft dit bedacht?
De traditie van het scheren van lichaamshaar kent een lange geschiedenis. Bij vrouwen is het ooit ontstaan uit esthetisch oogpunt. Het zou niet behoorlijk zijn om grote bossen haar zomaar te allen tijde aan iedereen te vertonen. Inmiddels gaat het verder dan dat. Met uitzondering van de jaren zeventig (waar de bossen haar welig tierden), kan het in de huidige maatschappij niet glad genoeg zijn. Haar wordt beschouwd als 'vies', 'onhygiënisch' en past bovendien niet binnen het het ideaal om er zo jong en strak mogelijk uit te zien. Hoe kaler hoe beter. En helaas heeft deze 'traditie' zich inmiddels ook in die arme hoofdjes van de mannen genesteld.
En natuurlijk, ook ik zie graag een frisse man die de boel een beetje netjes bijhoudt enzo. Maar om meteen drastisch de grasmaaier erover heen te halen? Nou nee, dankje vriendelijk. Hoewel steeds meer mannen voor de 'mister smooth' look gaan, kan ik me niet voorstellen dat ze hier vrijwillig voor hebben gekozen. Ze kunnen wel leuk zeggen dat ze zich met hun glimmende torso een stuk frisser, schoner en aantrekkelijker voelen, maar willen mannen stiekem niet gewoon lekker ruig en smerig zijn? Volgens mij is deze 'gladheidstrend' dan ook niet ontstaan bij de mannen zelf, maar bij ons; de vrouwen die steeds krampachtiger proberen om de man te maken tot iets wat ze niet (willen) zijn. Mannen moeten tegenwoordig niet alleen over hun gevoelens praten, ze moeten ook meelevend zijn, opgeruimd, keurig, netjes en...glad dus.


En nee, ik ga hier geen pleidoo staan te maken voor de terugkomst van de ongevoelige hork met een kokosmat van bil tot kruin. Maar een man met meer crèmpjes en verzorgingsproducten dan ik, daar pas ik voor. Het enige voordeel dat ik voor de man kan bedenken van een geschoren onderkant, is dat zijn  - tja, hoe moet ik het anders zeggen - 'zakie' wat beter (lees: groter) uit de verf komt. Maar ook dat zou voor een zelfrespecterende man niet nodig hoeven zijn. Want, zeg nou zelf: zo'n kale piemel is toch eigenlijk gewoon een beetje een lullig gezicht. En dan heb ik het nog niet eens over alle jeuk die bij deze volledige kaalslag komt kijken. Of de stoppels. Want, ieuw, stoppels op je borst of ballen? Kan je dan niet net zo goed met een egel knuffelen?
Nee, Loesje had gelijk. Geef mij maar gewoon een oerman. Een 'echte' man waarbij ik lekker kan kroelen en bij wiens vachtje ik mij zowel zomer (ja, ben een echte koukleum) als winter lekker kan warmen. Want mannen, je kan nog zo fris, glad en strak zijn, uiteindelijk wil de vrouw toch niets liever dan gewoon iets warms...mét borstharen!

En om de echte man zonder hars of ladyshave nog een klein steuntje in de rug te geven. Bij deze als toegift een liedtekst, die ik - geïnspireerd door de kaart van Loesje - vorig jaar heb geschreven op het lied 'Make you feel my love'. Ik zou zeggen, zet hem aan, pak de tekst erbij en zing mee uit volle (harige) borst.

Iets warms graag… Met borsthaar

De eerste keer lijkt alles zo perfect,
Zelfs de manier waarop jij de tafel dekt,
Of vol grandeur Celine Dion playbackt,
Compleet met jurk en pruik.

Maar nu we zo een half jaar verder zijn,
En jij je soaps kijkt met een goed glas wijn,
Je zelfs met Britney meezingt in de trein,
Gaat het mij te ver!

Ik wil gewoon een man die al zijn haren heeft,
En boert en schijt zoals het hoort,
Die niet om spitzen, maar om voetbal geeft,
En in bed ein-de-lijk eens scoort.

Ik hoef heus geen superman van staal,
Gewoon een zonder Olily-sjaal,
Die niet zeurt over een scheur of haal,
Als hij zijn nagels knipt.

Ik wil een man die mij behaagt, bemint,
En mij laat voelen als de vrouw,
Niet een die roept ‘Goh, wat enig kind!’
Maar, ‘He schatje, ik lust jou wel rauw’

Is dit alles soms teveel gevraagd
Een vent met borsthaar en die mij graag behaagd
Die niet op koopjes maar op boeven jaagt
Als een echte man
Eén die mij strakjes over de drempel draagt
Ja, een echte man

EINDE

woensdag 27 oktober 2010

De grote (auto) vraag des levens...

Soms heb je van die dingen waarvan je denkt: Waarom?!
Waarom je kleren strijken als alles toch weer kreukt zodra je het aantrekt? Waarom geven mensen hun kind meerdere namen als ze er toch maar één gebruiken? Waarom maken mensen zich druk over een eventueel leven na de dood als je daar toch pas achter komt wanneer je dood bent? Waarom lijkt de zomer zo kort en de winter zo lang?
Allemaal vragen, waar ik graag een antwoord op zou willen krijgen. De meest belangrijke en prangende vraag voor mij blijft echter: Waarom, oh waarom, is niet iedere auto een automaat?

Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen. Ik ben - zacht uitgedrukt - geen liefhebber van autorijden. Daar waar menig puber niet kan wachten tot de 18-jarige leeftijd wordt bereikt en ein-de-lijk voor het eerst achter het stuur gestapt kan worden, heb ik dit moment weten uit te stellen tot mijn 21e. Hoewel ik nog nooit (ook niet stiekem) in een auto had gereden, denk ik dat ik onderbewust al wist dat er geen autocoureur in mij schuilde. En dat bleek. Van de eerste rijles tot het laatste examen (ik heb er drie gehad in totaal), zat ik met bezwete handen en gespannen blik achter het stuur. Kijken, remmen, gas geven, schakelen en dan ook nog eens op de weg letten...Ze zeggen wel eens dat vrouwen goed kunnen multitasken. Nou, ik geloof dat ik die vaardigheid zodra ik achter het stuur stapte meteen was verleerd. Niet zelden werden koppeling en rem tegelijkertijd ingedrukt (geen aanrader!), of raasde ik met een rotgang in z'n drie over de rotonde. Nee, laat mij maar lekker bungy jumpen of parachutespringen. Autorijden levert mij een stuk meer  angst en stress op.


Het was dan ook zowel een vloek als een zegen toen ik twee weken na het behalen van het felbegeerde roze papiertje (dat inmiddels was getransformeerd tot een roze plastic kaartje), voor een half jaar naar Amerika vertrok. Zonder auto tot je beschikking, wordt het namelijk erg lastig om de prille en weinige ervaring opgedaan tijdens de lesssen ook daadwerkelijk in te zetten in de praktijk. Ja, zullen jullie nu zeggen, maar in Amerika barst het toch van de auto's en kom je ook eigenlijk bijna nergens zonder deze heilige koe? Helemaal waar, maar daarom heeft ook iedereen daar een auto en kon ik dus mooi altijd meerijden, zonder dat ik zelf achter het stuur hoefde te kruipen. En was er eens een keer geen auto waarin ik een lift kon krijgen, dan pakte ik wel de bus, of liep ik gewoon een stukje (tot grote verbazing van vele Amerikanen overigens, die volgens mij never nooit niet iets te voet zullen doen!).

Je kunt je dus wel voorstellen dat toen ik 6 maanden later terug in Nederland kwam, niet meteen stond te springen om dat autorijden weer op te pakken. Ik was er immers al zo lang uit, dan kan je toch het überhaupt niet meer (zo was mijn logische doch schijterige redenering)? Van uitstel komt afstel en voor ik het wist waren we bijna twee jaar verder waarin ik en de auto - op een zeer sporadische keer op een industrieterrein na - op gepaste afstand van elkaar ons leven voortzetten. En eigenlijk beviel me dat wel. Als student zijnde had ik buiten het OV en mijn fiets geen auto nodig om eregns te komen. Bovendien gedei ik prima in de rol van de perfecte bijrijder. Ik zal nooit commentaar op de rijstijl van iemand anders leveren, ik kijk wel uit! Straks vragen ze nog of ik wil laten zien of ik het beter kan! Nee, ik paste me zelfs zo goed aan aan die rol van niet-rijder, dat zelfs mijn moeder af en toe vergat dat ook ik ergens een stoffig rijbewijs in mijn portemonnee had zitten.
Net op het punt dat iedereen de hoop opgegeven had dat ik ooit nog plaats zou nemen op de bestuurdersstoel, was daar ineens Vriend. Een werkende man mét leasebak, die als heimelijk genoegen heeft om met nat en gald weer zo scherp mogelijke handrembochtjes te maken. Tja, toen kon ik er dus niet onderuit! Met knikkende knieën werd ik haast in de auto gedwongen om zo af en toe eens een stukje te rijden. Verliefd als je bent, stem je daarmee in, maar niet van harte. Mijn geluk kon dan ook niet op toen meneer die baan opgaf en daarmee ook zijn auto. Kon ik lekker weer terug naar mijn oude vertrouwde comfortzone. Helaas voor mij, was het gemis van zijn auto toch te groot en werd er besloten om zelf een nieuwe aan te schaffen. Het werd een Toyota Starlet, driedeurs, bouwjaar 1985 en...een automaat?! Ineens was ik weer terug in Amerika, waar dit soort auto's al vaker tegen was gekomen. Sterker nog, bijna niemand schakelde daar, maar reed in bijna alle gevallen vrolijk rond door middel van enkel remmen en gas geven. En hoewel ik me er zelf in die tijd nog niet aan had gewaagd (had ik al gezegd dat ik een schijterd ben wat betreft auto's), had ik toen al in de gaten dat dit wel eens de uitvinding van de eeuw zou kunnen zijn. Waarom immers schakelen als dit helemaal niet hoeft? Wat is het nut ervan? De auto rijdt toch gewoon? Het argument dat een schakelbak sneller optrekt dan een automaat vind ik helemaal een non-argument. Want waarom zou je snel willen optrekken? Met de kans dat de motor afslaat? Hier heb je met een automaat nooit last van!



Ik kan dan ook met volle overtuiging zeggen dat de komst van de automaat de redding is geweest voor mijn rij-carrière. Hoewel ik in het begin nog een beetje sceptisch was (een auto blijft toch een auto), begon ik stukje bij beetje van dat kleine witte bakkie te houden. Met eerst kleine stukjes door buurt en later stukken snelwegen en zelfs een rit naar Maastricht, voelde ik me af en toe zelfs thuis achter het stuur. Hoe heerlijk is het immers als je naast opletten op de weg, verder niks anders hoeft te doen dan rijden en remmen? Hoe minder handelingen, des te veiliger lijkt me, want je zit bijna altijd met twee handen aan het stuur. Echt, als het aan mij ligt worden in de toekomst alle auto's afgeleverd met dit geweldige systeem en ben je gewoon een ouderwetse nerd als je nog persé wilt blijven schakelen. Weg met de schakelbak, de automaat is het nieuwe rijden!
Helaas is nog niet iedereen het met mij eens en is het een feit dat op dit moment meer mensen in een 'gewone' auto rijden dan in een automaat. Buiten mijn vraag 'WAAROM?' en dat ik hier graag een goed gefundeerd antwoord op zou willen krijgen, ben ik bang dat er voor mij voorlopig niks anders opzit dan me toch af en toe weer eens te wagen aan het omgaan die pook. Dat ging afgelopen week prima, totdat ik voor een kruispunt tot 5 keer toe dat stomme apparaat niet aan de praat kreeg en uit frustratie ben uitgestapt om - tot grote hilariteit van de mensen achter ons - van plek te ruilen met mijn vriendje. Ik kan je zeggen, het huilen stond mij nader dan het lachen en ik voelde me weer even op en top een 'bang-rij-wijf'.

Autorijden is handig en ik kan inmiddels ook zeker inkomen in het argument dat rijden je een gevoel van vrijheid kan verschaffen. Maar als ik dan weer eens loop te klungelen, tien keer stilsta en tijdens het schakelen de 1 verwar met de 3, dan zou ik het liefst direct een campagne willen starten en met grote spandoeken op de barricade willen staan om alle autofabrikanten op mijn blote knietjes te smeken om dan in ieder geval van iedere auto een 'afsla-proof' versie af te leveren, zodat alle rijkunkels, mislukkelingen en bangerikken zoals ik toch gewoon vrij en blij de weg op kunnen.

maandag 25 oktober 2010

Sannie M.G. Schmidt

Soms heb je zo'n dag dat je in alle bescheidenheid denkt...Ik weet het! Ik wordt de nieuwe Annie M.G. Schmidt! Niet omdat ik zo van kinderen hou (mm..dit klinkt wel erg cru), maar vooral omdat ik graag het kind in mijzelf koester ;) En zo zit je op een saaie regenachtige zondagmiddag ineens achter de computer te typen en ontstaan er in de loop van de tijd een aantal gedichtjes die misschien het niveau van Schmidt bij lange na niet evenaren, maar die in ieder geval wel met veel plezier zijn bedacht en geschreven. Opdat we nog lang kind mogen zijn en blijven! :)












----------------------------------------

Mannetje in het doosje

Ik stop je in een doosje,
In een doosje in mijn jas.
Zodat, wanneer je weg bent,
Je er stiekem toch wel was.

Soms stop ik je in een tasje,
In mijn broek, of in mijn shirt,
Maar altijd héél voorzichtig,
Zodat er niks met je gebeurt.

Want, mannetje in het doosje,
Jij bent zo lief en klein,
Dat ik jou altijd wel wil dragen,
Hier bij mij, dat vind ik fijn.

--------------------------------------------

Drijvend dromen

Het is al laat en ik moet gaan slapen
Maar mijn ogen willen nog niet dicht
Dan maar dromen over zee en golven
En de zon op mijn gezicht

Al liggend op een luchtmatras
Drijf ik ver af in het water
Ik dobber daar van golf naar golf
Niet denkend over later

Niet denkend over wat dan ook
Want alleen de zee is hier
Er zijn geen mensen, straten, huizen
Alleen maar water, zon en wier

Het enige dat ik hoef te doen
Is mijn evenwicht goed bewaren
Om te zorgen dat ik niet val
Of ten prooi val aan grote zeegevaren

Maar…voordat dit gebeuren kan
Ben ik al lang en breed weer thuis
Geen zand, geen water, alleen mijn eigen bed
Heerlijk slapend op het zeegeruis

---------------------------------------------------
Stiekem raar

Heb je soms ook wel eens dat je geen zin hebt om te spelen
Geen zin in huiswerk, tv of boek
Nee, zelfs niet om je te vervelen

En dat je dan heel stiekempjes
Heel alleen zo voor de spiegel
Gekke bekken trekken gaat

HEEL HARD zingen, HEEL HARD lachen
Of rare dansjes met zacht gegiechel

En dan ineens, zo uit het niets
Denk je
           
                 wie zie ik daar?
Wie is die ander hier in mijn kamer?

Oh wacht eens even    
dat ben ik!      

Stiekem gek en lekker raar

--------------------------------------------

Brief

Als ik één ding zou mogen wensen
Dan wenste ik iedere dag een brief
Zo een waar met pen op staat geschreven
‘Dag mooi mensje, ik vin jou lief’

------------------------------------------

Ik wou dat ik een geitje was

Ik wou dat ik een geitje was
Zo een dat dartelt in de wei
Of gezellig met wat konijnen
Op de kinderboerderij

Ik zou springen, mekkeren, dansen
Voor zover dat is wat geitjes doen
Ik zou in ieder geval lekker sjansen
Met die mooie bok op het plantsoen

Ik zou hem zeggen: Dag lekker dier
Vind jij het ook zo fijn?
Dat wij hier samen mogen geiten
En samen geitjes mogen zijn

Een eigen huis...

Hoewel ik op dit moment nog in een mooie studentenwoning woon, zal het nog slechts enkele maanden duren voordat ik op straat wordt gezet en 'dakloos' wordt. De reden is niet omdat ik door mijn wangedrag een oprottermijn heb gekregen, of dat mijn pand zal worden gesloopt. Het is puur om het feit dat ik op dit moment in een pand van de studentenhuisvesting zit en sinds deze zomer geen student meer ben.
Omdat je de kans om de status dakloos te krijgen het liefst zo klein mogelijk wilt houden, ben ik samen met m'n vriendje sinds enkele maanden op zoek om samen een stulpje te vinden (alleen is na bijna twee-en-een-half-jaar verkering immers ook maar zo alleen). Dit blijkt echter makkelijker gezegd dan gedacht. Zelfs buiten de grote en populaire steden kan de wachttijd oplopen tot minstens 5 jaar. En dat te bedenken dat iedere week 200 tot 300 mensen op het aanbod huurwoningen reageren!
Dat de woningnood hoog is, begrijp ik. Het waren echter vooral veel andere aspecten die mij steeds meer opvielen en waarvan mijn frustraties soms nog wel eens hoog op wilden lopen. Net op het punt dat ik dan ook eindelijk had besloten daadwerkelijk iets met die ergernissen te doen in de vorm van een klachtenbrief, was daar ineens die prijsvraag. Een initiatief van de gemeente om de woningnood onder starters aan te pakken. De prijs? €3000! Dat liet ik mij als arme en pas afgestudeerde starter geen twee keer zeggen! De hersens begonnen te borrelen, frustratie werd omgezet in inspiratie, en de klachtenbrief maakte plaats voor kritisch stukje tekst. Ik zeg: laat die prijs maar komen!


---------------------------------------------------------------------------------------------
Weg met ‘allochtonen’ in de woningbouw
Hoe integratie en samensmelting het probleem van jongerenhuisvesting zouden kunnen oplossen


VEENENDAAL – Integratie, inburgering en multiculturaliteit. Het zijn slechts een aantal begrippen waar we in Nederland dagelijks mee worden geconfronteerd. Is het niet in een kamerdebat, dan is het wel in de media, of gewoon tijdens een gesprek bij de bakker om de hoek. Opvallend is echter, dat wanneer er over deze begrippen gesproken wordt, het eigenlijk altijd gaat over allochtonen en de bijbehorende problematiek. Nooit hoor je iemand over de ‘integratiekloof’ binnen Nederland en het feit dat ook hier groepen mensen compleet van elkaar gescheiden leven. Gek eigenlijk. Want laat daar nou juist nog een hoop te behalen zijn.


Woensdagmiddag 12:15. Vandaag is het, wat mijn vriend en ik noemen, grote-huisjes-loterij-dag. Iedere week wordt op deze dag, stipt om 12:00 uur, bekend gemaakt wie in aanmerking komt voor een huurwoning en wat het woningaanbod voor de komende week zal zijn. Vol spanning bekijken we het resultaat, om – nadat we hebben geconcludeerd dat we deze week niet ‘in de prijzen vallen’ – daarna snel te bekijken wat onze opties voor de nieuwe ronde zijn.

Beide starter zijnde, midden twintig en voor het eerst samen op zoek naar een huisje, hebben we als nieuwkomers op de woningmarkt niet veel eisen. Kopen kunnen we nog niet en wat een huurwoning betreft hebben we eigenlijk als enige voorwaarde dat er een extra slaapkamer aanwezig is (het samenwonen moet wel leuk blijven) en iets van een balkon of een klein tuintje.

Tot zover alles prima. Onze eisen zijn laag en ons gemoed is positief. Kortom, we hebben er zin in! De problemen beginnen echter wanneer we samen het woningaanbod van Veenendaal doorspitten. Hoewel het een prachtig initiatief is dat de gemeente ook lotingwoningen aanbiedt (om ook zoekende die wat minder lang ingeschreven staan een kans te bieden), is het wel een domper als blijkt dat een groot deel van die beschikbare woningen zogenaamde ‘seniorenwoningen’ of ’55-plus woningen’ blijken te zijn. En dan niet 1 of 2, maar soms zelfs meer dan de helft van het totale woningaanbod! Natuurlijk is het goed dat aan deze doelgroep wordt gedacht. Maar wat als op deze desbetreffende woningen slechts door enkele personen of soms zelfs door niemand wordt gereageerd? Mijn bevindingen uit de praktijk laten zien dat dit vaker wel dan niet gebeurt, terwijl op de overige woningen soms wel tot 300 personen staan te dringen. Wat gebeurt er met de woningen waar geen senior op regeert? Blijven deze leegstaan? Ten koste van degenen zonder 65-plus pas?

Woede is een slechte raadgever, zei mijn oma altijd. Dus toen ik mijn frustraties over de overdaad aan seniorenwoningen, waar blijkbaar helemaal geen vraag naar is, te boven was, begon ik over de kwestie na te denken. De eerste vraag die als vanzelfsprekend bij mij op kwam, was: waarom wel seniorenwoningen met een bijbehorend label, maar geen woningen speciaal gereserveerd voor jongeren? Het is over het algemeen bekend dat vooral starters moeite hebben om een woning te vinden, dus een apart aanbod speciaal voor hen gereserveerd zou geen overbodige luxe zijn.

Met aparte wooncategorieën worden echter geen extra woningen gecreëerd. Volgens mij ligt het probleem dan ook niet zozeer bij het feit dat er in Veenendaal te weinig huurwoningen worden aangeboden, maar in het feit dat deze woningen niet voor iedereen beschikbaar zijn. Dat er soms inkomens-eisen gesteld worden, is logisch. Maar waarom grens op basis van leeftijd? Is leeftijdsdiscriminatie niet iets wat tegenwoordig bij de wet verboden is? Bovendien, wie heeft ooit bepaald dat zodra je de magische grens van 55 bent gepasseerd, dat je dan alleen nog maar samen met andere 55-plussers samen in een flatje mag gaan wonen? Ik kan me niet voorstellen dat dit een beeld is waar toekomstige senioren op zitten te wachten. Helemaal niet in een tijd dat er regelmatig berichten in de media te horen zijn dat de hedendaagse bejaarden in ons land steeds vaker vereenzamen en vaak amper nog met de buitenwereld in contact komen.

Wat is dan wel de oplossing? Toen ik het praktisch ging bekijken, bleek ineens dat dit probleem eigenlijk helemaal geen probleem hoeft te zijn. Er is een overschot aan starters op de woningmarkt, seniorenwoningen blijven vaak leegstaan, en lang niet iedereen die pensioen ontvangt zit te wachten om zijn of haar dagen te slijten in een ‘bejaardenflat’. Misschien eenvoudig gedacht, maar ik zeg: één en één is twee!

Want, waarom geen jongeren en senioren samen in één complex plaatsen? De seniorenwoningen die via de woningbouw worden aangeboden zijn qua formaat vaak precies waar starters zonder kinderen naar op zoek zijn. Bovendien kan een samensmelting van jong en oud nog veel meer voordelen opleveren. Wat dacht je bijvoorbeeld van het overnemen van kleine taken of doen van klusjes voor elkaar? Het klinkt misschien moralistisch, maar dit zou voor beide partijen een hoop kunnen opleveren. Jongeren zijn vaak niet alleen starters op de woningmarkt, maar ook in het werkende leven. Dat betekent dat ze vaak veel van huis zijn en er dus niet altijd zijn om eventuele pakketjes aan te nemen of thuis te zijn voor het opmeten van de meterstand. Daartegenover staat dat ouderen vaak wel een handje kunnen gebruiken als het gaat om hulp bij boodschappen doen of het verwisselen van een lamp. Allemaal dingen waar we elkaar bij zouden kunnen helpen.

Vooroordelen zijn er in deze wereld al genoeg. Jongeren zijn luidruchtig en veroorzaken overlast. Ouderen zijn saai en doen niets anders dan achter de geraniums zitten. Wat helpt het echter om op basis van deze gegevens te besluiten dat het misschien maar beter is om deze twee groepen dan maar van elkaar te scheiden? Niets toch? Ook jongeren hebben wel eens zin in een lekker rustig avondje helemaal niets. En er zijn ook genoeg ouderen die het maar al te leuk lijken om eens meegevraagd te worden om ’s avonds in de kroeg een borreltje te drinken. Wie oud is, was eens jong en wie jong is zal eens oud worden. En natuurlijk zal de leefwereld van deze twee groepen van elkaar verschillen. Maar wat is daar erg aan? Juist door verschillende leefwerelden met elkaar te mengen, leer je elkaar beter begrijpen, leer je elkaar te accepteren en creëer je een plek waar mensen op goede wijze samen met elkaar omgaan. Er is al genoeg verdeeldheid in de wereld, dus waarom ook hier die scheidslijnen in stand houden en daarmee een probleem creëren dat er helemaal niet hoeft te zijn?

Want, en daar gaat het in dit verhaal uiteindelijk om, waarom bijbouwen of andere oplossingen zoeken terwijl er al voldoende woningen zijn? Weg met de seniorenwoningen! Gooi die grenzen open, integreer en maak van iedere ‘allochtoon’ een ‘autochtoon’. Je lost hier niet alleen een lange wachtlijst met trappelende starters mee op, maar je voorkomt hiermee ook leegstand en het doen van onnodige investeringen (ook niet onbelangrijk in tijde van crisis). Ik denk dat senioren staan te springen om wat meer leven in de brouwerij en dat starters best behoefte hebben aan wat wijze levenslessen onder het genot van een kop thee. Waarom constructies als maatjesprojecten en maatschappelijke stages bedenken, terwijl het veel eenvoudiger is om het probleem bij de kern aan te pakken? Zo sla je toch twee vliegen in één klap?

Als het om aangepaste woningen gaat, dan is het natuurlijk een ander verhaal. Maar in alle andere gevallen… Over het punt om gelijkvloers te wonen of de beschikking te hebben over een lift zal je geen een starter horen klagen. Het enige dat wij willen is ook de kans op een plekje en evenveel recht daarop te hebben als ieder ander. Als dat al teveel gevraagd is, dan is het nog maar de vraag of het integratiedebat ooit gesloten zal worden.

Mijn opa zei altijd: Een betere wereld begint bij jezelf. En laat het juist deze boodschap zijn, die hem altijd zo jong heeft gehouden.

Meisje-nooit-genoeg (ex- en hopelijk ook weer toekomstig Veenendaler), 18 oktober 2010