dinsdag 24 mei 2011

De morgenstond...

Je hebt mensen die niets liever zouden willen dan dat de dag pas om vijf uur begint. Mensen die uitkijken naar het donker, de mysterie van de nacht en pas tot leven komen wanneer de laatste zonnestralen achter de horizon zijn verdwenen. Deze zogenaamde 'nachtmensen' hebben een hekel aan vroeg opstaan en snoozen het liefst tien keer alvorens ze met een grom en een geeuw hun ochtendhumeur mee uit bed slepen.
Je hebt echter ook een categorie mensen van wie de dag niet vroeg genoeg beginnen kan. Mensen die fluitend de eerste zonnestralen in de ochtend begroeten en het liefst al hun klussen voor drie uur 's middags klaar hebben, zodat ze 's avonds op tijd hun bed weer in kunnen kruipen om er de volgende ochtend weer fris en fruitig naast te staan.

Ik ben iemand die duidelijk tot de laatste categorie behoort.
Hoewel ik eerlijk moet toegeven dat ik zeker niet sta te springen als 's ochtends mijn wekker gaat (sterker nog, de grom en de geeuw gaan bij mij niet zelden vooraf aan de uitroep: 'Ik ben nog zo moehoe!'), houd ik van het gevoel dat de ochtend mij geeft. Eenmaal mezelf uit bed gesleept en onder de douche gestapt, is de slaap uit mijn ogen en kan wat mij betreft de dag niet snel genoeg beginnen.

Het allerfijnste aan vroeg opstaan, is dat je letterlijk nog de hele dag voor je hebt en dat er nog heel veel uren zijn waarin alles van die dag gedaan kan worden. Dat is voor iemand zoals ik - met nooit eindigende to do lijstjes en altijd meer plannen dan in één dag passen - een waar geschenk uit de hemel. Tijdens mijn middelbare schooltijd had ik er al een handje van om voor het leren van toetsen voor dag en dauw op te staan en in de stille ochtend uurtjes alle informatie in mij op te nemen. Hetzelfde geldt voor het schrijven van mijn scriptie. Niets fijner dan weten dat er tijd genoeg is en dat het in zo'n geval niet uitmaakt als het eventjes niet lukt. Tijd zat immers! Nachtwerkers met deadline stress die de avond van tevoren nog met redbull's aan het studeren sloegen heb ik wat dat betreft nooit begrepen.

Maar het is niet alleen het 'zeeën van tijd gevoel' wat mij tot een ochtendmens maakt (immers, nachtmensen hebben net zoveel uren te besteden, alleen dan in een andere tijdzone). Het is vooral ook de sfeer die deze tijd van de dag met zich meebrengt. Daar waar nachtmensen vaak spreken over de 'mystiek van de nacht' of het feit dat het zo fijn is om bezig te zijn terwijl de rest van de wereld slaapt, heb ik dat gevoel juist bij de ochtend. Niets is zo fijn als 's ochtends op je fietsje te zitten en als een van de eersten de ontwakende wereld te aanschouwen. Of heel in de vroegte meteen uit bed je hardloopschoenen aan te trekken om langs weilanden te rennen waar de dauw en de nevel nog net boven het gras hangt.

Het is niet de nacht die avontuur met zich meebrengt, maar juist het krieken van de dag. De ochtend is het ultieme moment om je fantasie de vrije loop te laten gaan. Beeld je 's ochtends bijvoorbeeld eens in, dat je niet  op je fiets naar werk zit, maar op weg naar Schiphol, om die ene vlucht naar dat verre oord te pakken. Of zie dat verlaten weiland als een vallei uit een van je dromen, waar je kan doen en laten wat je wilt.
Terwijl de hele wereld nog rust, ben jij klaarwakker en kan je ongestoord ieder plan uitvoeren zonder dat iemand het merkt.

Ja, van mij mag het de hele dag wel ochtend zijn.

vrijdag 13 mei 2011

Kinderen voor Kinderen (syn)droom

Sinds ik dit blog ben gestart heb ik al verschillende bekentenissen gedaan. Zo is mijn zwak voor de Xenos aan het licht gekomen, heb ik uitgebreid gesproken over mijn voorliefde voor mannen met borsthaar en kon het niemand zijn ontgaan zo af en toe best een beetje van gluren houd (op de niet perverse manier dan hè!).
En ach, nu we toch bezig zijn, kan er best nog wel een bekentenis bij.
Degene die mij goed kennen zullen het wellicht al weten. Degene die mij een beetje kennen zullen het misschien wel vermoeden (of er in ieder geval niet verrast door zijn). En van degene die mij totaal niet kennen, hoop ik dat ze in sommige gevallen zullen zeggen: 'Hé, zo eentje ben ik er ook!'. Ik kan immers niet de enige zijn (toch?).
Maar laat ik er geen doekjes om winden. Ik heb het lang genoeg voor me gehouden. Bij deze beken ik met volle overgave: Ik ben een Kinderen voor Kinderen meisje. (Zo, dat is eruit).


Kinderen voor Kinderen. Al vanaf dat ik een jaar of twee was ben ik groot fan. Net in staat om te praten en te lopen, werd bij ons thuis al de eerste plaat op gezet. En ik moet zeggen: het was liefde op het eerste gezicht. Al hupsend en half meezingend stond ik vrijwel dagelijks met een speelgoedmicrofoon voor de platenspeler om met onverslaanbare hits mee zingen als 'Op een onbewoond eiland' en 'Ik heb zo wa-wa-wa-waanzinnig gedroomd'. Plaat na plaat werd grijsgedraaid en was duidelijk dat het koor met brave kinderkes in mooie pakjes een onweerstaanbare aantrekkingskracht had op mij.

Eenmaal wat ouder en in staat om enigzins fatsoenlijk te dansen en gehele teksten uit mijn hoofd mee te zingen, werd mijn obsessie voor het Gooise kinderkoor eigenlijk alleen nog maar groter. Ik wilde niet meer alleen meezingen, nee, ik wilde echt meedóén! Niet meer dansen voor de spiegel of de sporadische woonkamerconcerten voor mijn ouders. De tijd van onzichtbare fan was voorbij. Ik wilde zelf een Kinderen voor Kinderen meisje worden.

Hoeveel brieven ik richting Hilversum heb geschreven weet ik niet, maar geloof me, het zijn er behoorlijk wat. Net zoals de afwijzingen die ik steeds weer binnenkreeg. Ik was blijkbaar niet het enige meisje dat de droom had om al jong een soort van ster te worden. Uiteindelijk ben ik zelfs nooit uitgenodigd om op auditie te komen. Misschien maar goed ook. In mijn dromen zong ik namelijk wel de sterren van de hemel; in werkelijkheid zong ik eerder de sterren in de ruiten. Bovendien ontbrak het mij aan een flinke portie Gooise 'R', dus die gemiste audities hebben mij uiteindelijk alleen maar een hoop leed bespaard.
Op het Kinderen voor Kinderen songfestival na dan. Aan dit songfestival mochten - net zoals in het echt - naast de nachtegaaltjes ook de kraaien en de meeuwen hun beste beentje voor zetten om zo goed mogelijk je favoriete KvK-hit te vertolken. Ik wil er verder niet teveel over uitweiden, maar laat ik het erop houden dat ik net als de 3J's nooit de finale heb gehaald.


Gelukkig worden kleine meisjes groot, en hoewel ik nog erg lang in mijn Kinderen voor Kinderen periode ben blijven hangen (lees: tot op de leeftijd dat mijn klasgenootjes al lang posters van de Backstreetboys boven hun bed hadden hangen of meerockte met The Offspring), durf ik inmiddels te zeggen dat ik aardig afgekickt ben. Na KvK 14 ben ik langzamerhand als die hard fan afgehaakt. Ik stuur geen brieven meer, heb geen idee bij welk album het koor inmiddels is aanbeland en 'Gemopper gemekker' zing ik alleen nog heel sporadisch samen met mijn beste vriendinnetje keihard op de fiets na het stappen.

Maar, hoe hard ik het ook zou willen proberen: eens een Kinderen voor Kinderen meisje, altijd een Kinderen voor Kinderen meisje. Noem een nummer uit het repertoire en ik kan het nog steeds woord voor woord meezingen (ik noem dit ook wel mijn 'waardeloze hersencel' - dingen die je moet onthouden, onthoud je niet, maar de gehele verzameling van KvK..geen probleem! Allemaal opgeslagen, daar diep in die grijze massa). Het zit blijkbaar in mijn DNA. Niet los te koppelen. Niets aan te doen.

En ach, af en toe is het stiekem ook wel even lekker. Als niemand kijkt, stiekem voor de spiegel.
Daarom tot besluit, nog één maal een van mijn favoriete nummers. Ik zeg: pak die bus haarlak of pollepel en laat het (kinderen voor) kind in je vrij!